Als jeugdwerker vangen we soms signalen op die ons verontrusten. Signalen die misschien aangeven dat het welzijn van kinderen en jongeren in gevaar is. Bijvoorbeeld situaties van verwaarlozing en misbruik, jongeren die afhaken of zich aansluiten bij sectaire groepen, misbruik van verdovende middelen of betrokkenheid bij criminele milieus.
Hoe weten we of ons buikgevoel goed zit? Wanneer moeten we ingrijpen en hoe? Waar begint en eindigt de rol van de jeugdwerker in dergelijke situaties? Hoe voeren we best deze moeilijke gesprekken?
Als onderdeel van onze ‘Deontologische handleiding voor het jeugdwelzijnswerk’ ontwikkelden we een ‘Stappenplan: omgaan met verontrusting’ als leidraad om dergelijke situaties aan te pakken.
Vormingsaanbod:
🔎 Houd onze vormingskalender in de gaten voor nieuwe vormingen.