“Soms weet ik niet goed wat er bij ons in de buurt het grootste trauma was, de aanslagen van IS of alles wat er daarna op ons afgekomen is.”
Jeugdwerker
Sinds het ‘beleid ter preventie van radicalisering’ in een stroomversnelling kwam na het vertrek van Vlaamse jongeren naar Syrie in 2013 en de IS-aanslagen in België en elders in Europa, kwam er een Vlaams actieplan en werd er zowel op lokaal als federaal niveau een repressief beleid ontwikkeld. Dat ging gepaard met heel wat nieuwe wetten, projecten rond positieve identiteitsontwikkeling, de oprichting van LIVC-R’s (Lokale Integrale Veiligheidscellen inzake Radicalisme, Extremisme en Terrorisme), wetten die casusoverleg tussen dragers van het beroepsgeheim mogelijk maken, enz.
Dat deradicaliseringsbeleid werkt echter contraproductief en vertrekt niet vanuit de rechten van kinderen en jongeren. In onze publicatie ‘Het deradicaliseringsbeleid anders bekeken: Radicaal voor kinderrechten’ maakten we een analyse van het huidige beleid en leggen we een reeks aanbevelingen voor.
Uit De Marge vzw maakt zich dan ook ernstige zorgen bij dit beleid.
“De conclusie is eenvoudig, het huidige radicaliseringsbeleid kan je beter schrappen. Alleen een inclusief beleid dat structureel kinder- en mensenrechten vrijwaart, zal het verschil maken. Een beleid dat basisvoorzieningen voor alle kinderen en jongeren garandeert, met een sterk antidiscriminatie- en antiracismeplan en meer veilige plekken voor kinderen en jongeren.”
Ikrame Kastit, coördinator Uit De Marge vzw
De term (de)radicalisering mist bovendien een duidelijk kader. Door in het discours te focussen op één bepaalde doelgroep, de moslimjongeren, wordt stigmatisering en vervreemding in de hand gewerkt.
Kinderen en jongeren voelen zich geviseerd. Mensen spreken hen voortdurend negatief aan, enkel omwille van hun islamitische achtergrond: in de klas, op straat, op de bus. Hun identiteit wordt vaak herleid tot enkel ‘moslim’. Daarnaast komen zij in contact met heel wat onrecht: discriminatie, racisme, ongelijke onderwijskansen, armoede, … en ze vinden dat daar te weinig aan gedaan wordt. Ze zien hoe de islam en moslims een heel enge definitie krijgen en dat er wel óver jongeren gesproken wordt, maar zelden mét hen.
Radicaal voor kinderrechten
Het discours heeft niet alleen een grote impact op de samenleving, op de kinderen en jongeren, maar ook op de rol van jeugdwerkers en hun organisaties. Jeugdwerkers hebben het gevoel dat het plots hun opdracht is om kinderen en jongeren in het oog te houden, om radicaliseringsgevaren op te sporen en door te geven. “Soms weet ik niet goed wat er bij ons in de buurt het grootste trauma was, de aanslagen van IS of alles wat er daarna op ons afgekomen is”, getuigt een jeugdwerker. Jeugdwerkers moeten kinderen en jongeren een veilige plek kunnen bieden waar ze zich kunnen ontplooien. De deontologische code van jeugdwerkers moet dan ook te allen tijde gerespecteerd worden.
Er moet bovendien meer transparantie komen over de gegevens van de jongeren in de vele databanken of bij de LIVC-R’s.
Met deze publicatie brengt Uit De Marge vzw dan ook een analyse van het radicaliseringsdebat, bekeken vanuit de belangen van het kind, met een centrale plaats voor kinder- en mensenrechten.
Zonder een beleid op maat van kinderen en jongeren, neemt gespierde taal over radicalisering immers de bovenhand. De samenleving is gepolariseerder dan ooit en dat vertaalt zich in het deradicaliseringsbeleid. Het heeft een averechts effect op kinderen en jongeren: zij voelen zich niet meer thuis in deze samenleving en vervreemden ervan. Dat opent net de deur voor een extreem gedachtegoed.
Uit De Marge vzw roept dan ook op om naar de signalen van kinderen en jongeren te luisteren. Voor jeugd(welzijns)werkers en jeugdopbouwwerkers is dat al een dagelijkse evidentie. Nu is het aan beleidsmakers en politici om dat ook te doen. Laten we radicaal kiezen voor kinderrechten.
HET VOLLEDIGE BELEIDSDOSSIER
Download hier ook een samenvatting vertaald naar het Engels en Frans.
Deze publicaties verschenen in het kader van de studiedag ‘Effecten van het (de)radicaliseringsbeleid’ die Uit De Marge vzw in april 2019 organiseerde en is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van ‘Open Society Initiative Europe’ binnen Open Society Foundations.
IN DE PERS
- Waarom wij niet verbaasd zijn over wat Benhaddou overkwam (2020, 2 januari), Ikrame Kastit en Nina Henkens, De Morgen.
- Nieuw onderzoek bevestigt: antiradicaliseringsbeleid Homans contraproductief (2019, 20 september), Stef Arends, Apache.
- Lees de politieke reacties op ons onderzoek in ‘Vlaams radicaliseringsbeleid werkt niet en stigmatiseert moslims’ (2019, 11 juli) van Apache.
- Radicaal voor kinderrechten: aanbevelingen voor het deradicaliseringsbeleid (2019, 11 juli), Kif Kif.
In 2019 diende Uit De Marge vzw samen met de Kinderrechtencoalitie bij het Grondwettelijk Hof klacht in tegen de Wet (sept. 2018) tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme.
Lees meer:
- Cocoördinator Ikrame Kastit in gesprek tijdens ‘Koffie met Kif Kif’ over effecten van deradicaliseringsbeleid
- Radicalisering, het jeugdwerk en deontologie
- Jeugdwerk vreest nieuwe antiradicaliseringscellen | Steven Vanden Bussche (Apache) in gesprek met onze cocoördinator Ikrame Kastit en stafmedewerker Nina Henkens over de LIVC’s
- Het deradicaliseringbsleid is contraproductief | Samira Bendadi (MO*) in gesprek met onze stafmedewerker Nina Henkens in de aanloop naar de verkiezingen in mei 2019
- Radicaal voor jongeren: De impact van het (de)radicaliseringsbeleid op jongeren en jeugdwelzijnswerk | Nina Henkens, Welwijs
- Jongeren, jeugdwerk en politie: Samenwerking doorbreekt patstelling | Pascal Debruyne & Nina Henkens, Sociaal.net
- Iedereen wil jongeren deradicaliseren, maar niemand komt met hen praten | Tine Danckaers (MO*) in gesprek met Ikrame Kastit en Pascal Debruyne
Verder zijn er vormingen en begeleidingen op maat over positieve identiteitsontwikkeling, omgaan met racisme en discriminatie, gesprekstechnieken en deontologie mogelijk.
Dit thema wordt bovendien uitvoerig besproken in het tweede deel (Jongeren en de maatschappij) van ons boek Macht in vraag gesteld.