Met het Netwerk Antiracisme en –discriminatie binden Uit De Marge vzw en Chirojeugd Vlaanderen samen met tal van andere jeugdwerk- en middenveldorganisaties de strijd aan tegen racisme en discriminatie. Onze kinderen en jongeren worden regelmatig slachtoffer van discriminatie en racisme. We willen dan ook met het netwerk de handen in elkaar slaan om deze verhalen naar buiten te brengen en bewustwording te creëren. We willen racisme en discriminatie – zowel binnen de jeugdsector als daarbuiten – verkleinen.
We verzamelden heel wat getuigenissen van kinderen, jongeren en jeugdwerkers uit Vlaanderen en Brussel. We laten hun stem horen en gaan samen de strijd aan tegen racisme en discriminatie.
“Anno 2019 is het onbegrijpelijk dat er nog racisme en discriminatie bestaat”
Zo getuigt Nisrine (21) uit Brussel over een incident met haar scoutsgroep Les Fourmis vorige zomer in Oostende. Ze blikt terug op die dag en vertelt hoe zij met hun jongeren het gesprek aangaan over racisme en discriminatie.
“Elke zondag gaat de scoutsgroep op uitstap en op de laatste zondag voor de zomervakantie trekken we een dag naar zee. Zo ook vorige zomer, met kinderen van 6 tot 17 jaar. De dag ging heel goed, het was mooi weer en we hebben er echt van genoten. Het was echt gewoon chillen, zwemmen, in het zand spelen en tot slot een ijsje eten. De dag eindigde echter toch een beetje in mineur. Voor we opnieuw naar huis vertrokken, gingen we nog bidden. We zijn een moslimscouts en bidden samen met de hele groep. Dat is een basisprincipe van onze scouts.”
“Er waren die dag veel mensen aan zee en we zochten dan ook een plek op waar minder volk was. Aangezien we ‘op reis’ waren, waren de gebeden ook korter, dus ons gebed heeft maximum 10 minuten geduurd. Na het gebed kwamen er enkele kinderen, 10-jarigen, naar de animatoren. Ze vertelden dat ze gefilmd werden en dat er foto’s van hen gemaakt werden. We hebben er op dat moment weinig aandacht aan besteed en zeiden dat dat niet zo erg was. We moesten immers ook dringend door om onze trein te halen. We aten nog snel een ijsje en vertrokken vervolgens naar Brussel.
Een week later stuurt een vriendin me een bericht door dat op Facebook was gepost: “Onze openbare ruimte wordt schaamteloos ingepalmd door moslims die denken zich het strand te kunnen toe-eigenen. Hier kunnen wij absoluut niet mee akkoord gaan! […].” De reacties op het bericht waren echter nog veel erger. Eén voor één mensen met haatberichten. Op sociale media gaat dat bovendien ook veel gemakkelijker, men is veel sneller geneigd om een mening te geven en racistische opmerkingen te maken.”
“Ik ben 21 jaar en mij kan het weinig schelen wat ze zeggen. Ik lees het, maar ik laat het verder los en ga verder, maar we hebben ook jongeren. Kinderen hebben vaak nog geen Facebookaccount, dus zij zullen het niet onmiddellijk lezen, maar mijn groep bijvoorbeeld – jongeren van 12 tot 16 jaar – hebben dat wel gezien. Ze stuurden me berichten dat ze het choquerend vonden en maakten zich zorgen. Ze lazen reacties zoals “We moeten de grenzen sluiten”, “Ze moeten zich integreren”, “We moeten honden, of varkens op die mensen sturen”, …”
Vrijheid van godsdienst?
“Ik begrijp het niet, het was een gebed dat nauwelijks 10 minuten heeft geduurd. We hebben het recht om onze religie privé én in het publiek te praktiseren. Men zegt vaak “Doe het gewoon thuis zodat wij het niet zien”. Misschien stoort het sommigen, maar het is niet onze bedoeling om te storen of te provoceren. We doen enkel onze religieuze plicht en samen bidden is bovendien één van de basisprincipes van onze scouts. Spiritualiteit is één van de belangrijkste pijlers van onze scoutsgroep en we schamen ons daar niet voor. Integendeel, we zijn fier dat we moslims zijn en we zijn fier dat we een scoutsgroep zijn. Volgens ons kunnen beide dingen dan ook perfect gecombineerd worden.
Zij die er een probleem mee hebben dat we op het strand bidden, willen niet dat we onze religie uitdragen, of het nu gaat om een burkini dragen of bidden in het openbaar. Of ze nu zelf gelovig zijn of niet, ze willen niet dat moslims hun geloof uiten. Wanneer we bidden vragen we niet om mee te doen … Ook vrouwen die een burkini dragen doen dat uit eigen keuze. Laat iedereen leven en doen wat hij wil doen. Als iedereen zijn ding doet met respect voor anderen is er toch niets mis? We hebben daar ook recht op. Artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zegt dat iedereen het recht heeft om zijn religie privé en in het openbaar te praktiseren. Toch wordt dat vaak ingeperkt.”
“Ik studeer Rechten en weet dan ook wat artikel 9 inhoudt en het is helemaal oké om op een openbare plaats te bidden zoals we dat in Oostende deden. Dat kan men niet verbieden.
De Belgische Grondwet is minder expliciet, maar moet het Europees recht respecteren. Artikel 9 vermeldt duidelijk dat je je religie privé en in het openbaar mag uiten en praktiseren, maar ik heb gemerkt dat het artikel soms uitgehold wordt. Vroeger op school merkte ik dat soms al. Ik snapte niet waarom dat sommige winkels bijvoorbeeld geen vrouwen met een hoofddoek willen aannemen, dat is toch discriminatie? Het kan toch niet dat meisjes op school hun hoofddoek moeten afdoen? De scholen, bedrijven, … hebben ook reglementen en moeten ook het Belgisch recht en het EVRM respecteren, maar hoe kunnen beide wetten dan tegenstrijdig zijn? Lid 2 van artikel 9 meldt echter dat dit recht beperkt mag worden als het nodig is in de maatschappij. Dat haalt dus zo goed als het hele artikel onderuit. De staat mag je religie niet verbieden, maar het mag wel tussenkomen in de manier waarop je je religie uit.”
“Als advocaat later wil ik dan ook strenger toekijken op dit recht en de toepassing van dit artikel. Artikel 9 mag dan wel het recht op vrijheid van religie vrijwaren, maar er is steeds een maar.”
Niet medeverantwoordelijk
“We leven in een maatschappij waar extreemrechts steeds meer opkomt. Ik hoor jammer genoeg heel wat getuigenissen over racisme en discriminatie. Steeds meer moslima’s die een hoofddoek dragen worden gediscrimineerd. Het is allemaal meer dan vroeger, merk ik. De schroom is weg.”
“Bij de aanslagen in Europa, zoals die van Brussel en Parijs, viel het op dat er ons gevraagd werd om op straat te komen en ons te distantiëren van de gebeurtenissen. Laat het duidelijk zijn dat we het verschrikkelijk erg vinden wat er gebeurd is, maar het is niet onze fout. Het feit dat sommige moslims de islam slecht of helemaal fout interpreteren, betekent niet dat wij daar iets aan kunnen doen of dat wij daar schuld aan hebben.
Ik vind het niet normaal dat wij medeverantwoordelijk worden geacht omdat we ook moslims zijn. “Het is ook jullie religie”, klinkt het dan. Het is niet omdat ik een religie met iemand deel dat we dezelfde positie en ideologie hebben, helemaal niet.”
“Wij willen net naar hen luisteren en ook effectief tonen dat er geluisterd wordt en dat jongeren een belangrijke stem hebben in onze maatschappij. De jongeren zijn de toekomst van onze maatschappij. We mogen hen niet negeren.”
“Ook met onze jongeren gaan we daarover in gesprek. De uitstap naar zee was onze laatste dag, maar we brengen het thema zeker opnieuw ter sprake. We mogen geen schrik hebben om te zeggen dat we moslims zijn. Toch merken we dat er sommigen soms een beetje beschaamd zijn. De haatberichten maken hen ook boos. Een foto op Facebook is bovendien heel snel gedeeld. De mensen die de foto’s gedeeld hebben moeten bovendien beseffen dat het hier ook gaat om kinderen, kinderen van nauwelijks 8 jaar.
Gelukkig zijn we niet herkenbaar. Dat betekent tegelijkertijd ook dat we geen klacht kunnen indienen. Bovendien zal het wellicht toch bestempeld worden als vrijheid van meningsuiting.”
In gesprek met jongeren
“Ook de aanslag in Nieuw-Zeeland werd tijdens onze jongerenwerking besproken. Het gaat binnen onze scouts ook niet alleen om spellen spelen en ons amuseren. We zetten ook in op spiritualiteit en burgerschap. We voorzien daarom verschillende activiteiten, bijvoorbeeld activiteiten om ons te amuseren, zoals bos- of stadsspellen, en we hebben ook andere activiteiten die we organiseren in het kader van verantwoordelijk burgerschap. Vorig jaar zijn we met de jongeren bijvoorbeeld een keer naar een rusthuis gegaan en hebben we activiteiten gedaan met de ouderen. We hebben ook al eten klaargemaakt voor vluchtelingen in het Noordstation. Naast dergelijke activiteiten organiseren we ook geregeld debatten. Zo is bijvoorbeeld CCIB (Le Collectif Contre l’Islamophobie en Belgique) al bij ons op bezoek geweest. Het thema was toen discriminatie en islamofobie. We hadden een debat over vragen zoals “vind je dat jij gediscrimineerd wordt?”, “wat is de beste manier om daarmee om te gaan?”. Zo proberen we zoveel mogelijk naar de verhalen van de jongeren te luisteren. Dat is ontzettend belangrijk, want ze hebben soms het gevoel dat er niet naar hen geluisterd wordt. Wij willen net naar hen luisteren en ook effectief tonen dat er geluisterd wordt en dat jongeren een belangrijke stem hebben in onze maatschappij. De jongeren zijn de toekomst van onze maatschappij. We mogen hen niet negeren.
Dit onderwerp vraagt echter veel tijd en we zijn er zeker nog niet klaar mee.”
Studeren
“Ik sluit me zoveel mogelijk af van racistische of discriminerende opmerkingen of incidenten, het kan me niet raken. Ja, wij zijn moslims, maar we zijn evengoed Belgen en we zijn ook fier om Belg te zijn, maar we zijn ook fier om onze Marokkaanse roots en we zijn fier om moslim zijn. Al die deelidentiteiten zijn dan ook perfect mogelijk.
Mijn manier om me te wapenen of me sterk te houden is studeren. Daarom studeer ik rechten. Mijn droom is dan ook om advocaat in de mensenrechten te worden. Reacties zoals “we moeten de grenzen sluiten” vind ik onbegrijpelijk. We zijn hier geboren, hier opgegroeid en we zijn tweetalig. We zijn fier om Belg te zijn. Ook mijn moeder is hier geboren, maar zij, en ook mijn vriendinnen die een hoofddoek dragen, worden vaak gediscrimineerd.”
“Racisme en discriminatie betekent voor mij dat je de andere niet accepteert zoals hij is. Wanneer je een probleem hebt met hoe die persoon leeft of hoe hij is. Tolerantie gaat erover dat je anderen accepteert zoals ze zijn. Daar hoort ook ieders religie bij en het recht om die te praktiseren. Er is dan ook sprake van discriminatie wanneer je twee personen niet gelijk behandelt. Anno 2019 vind ik het onbegrijpelijk dat er nog racisme en discriminatie is, dat er nog mensen zijn die zo gesloten zijn. Ik vind het mooi dat we samen kunnen leven en samen kunnen wonen. Multiculturaliteit en diversiteit zijn toch super mooi?”